De plek waar de rookmelder gemonteerd wordt, is belangrijk. De beste plek is het plafond. Rook stijgt op. Dat merk je dus het eerst aan het plafond. Hang een rookmelder niet in de garage, keuken, badkamer of bij een ventilatieopening of op tochtige plekken. Daar is de meeste kans op damp of stof, waardoor het alarm ten onrechte af kan gaan.

Rook stijgt, koolmonoxide niet. Als de combimelder aan het plafond hangt, dan kan de gehele ruimte dus al geheel gevuld zijn met koolmonoxide, zonder dat het alarm afgaat. De gevolgen zijn dan niet te overzien.

Batterijen gaan om en nabij 10 jaar mee. Dat is net zo lang als de technische levensduur van de rookmelder. Na 10 jaar is het verstandig om elke rookmelder te vervangen, zodat de kwaliteit van de sensor gegarandeerd blijft.

De rookmelders van RookmelderAlarm zijn koppelbaar. Dat wil zeggen dat alle rookmelders in huis op elkaar reageren. Gaat er ergens in huis een rookmelder af, dan slaan de andere rookmelders ook aan. De optische rookmelders (FH 250 BB en RB) moeten wel worden voorzien van een sokkel (FH500R).

Het verdient de voorkeur om ongeveer eens per maand met een vochtige doek te reinigen en twee keer per jaar van binnen en buiten met een stofzuiger uit te zuigen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een opzetstuk met een zacht borstelgedeelte. De binnenkant van de rookmelder kan stoffig zijn of verstopt met kleine insecten, die niet of nauwelijks zichtbaar zijn. Het signaal gaat dan ten onrechte af.